Psychodynamische diagnostiek van kinderen en jongeren is steeds ontwikkelingsgericht en pre therapeutisch. De therapeut wil begrijpen hoe het komt dat de ontwikkeling stagneert en wat er moet gebeuren om deze weer vlot te trekken.
Aan een spel- of individuele therapie gaat vaak een diagnostische fase vooraf. Deze fase levert de therapeut informatie op over een drietal domeinen. Hij/zij kan aan de hand van de verzamelde gegevens een samenhang ontdekken tussen het symptoom of de klacht en de achterliggende intrapsychische dynamiek. De psychodynamisch therapeut beschouwt het symtoom immers als een onbewuste uitdrukkingsvorm van een innerlijke wereld die ‘van slag is’. Via belevingsgerichte diagnostiek probeert de therapeut de taal van het symptoom te ontcijferen en (be)grijpbaar te maken voor ouders en kind. Daarenboven zorgt belevingsgerichte diagnostiek voor een beter inzicht in de psychische mogelijkheden en beperkingen van het kind. Tenslotte biedt deze vorm van diagnostiek de therapeut zinvolle invalshoeken omtrent een eventueel later te volgen therapeutisch traject (indicatiestelling).
Concreet houdt de diagnostische fase het volgende in. Samen met ouders en/of kind wordt in enkele gesprekken de aangemelde problematiek geëxploreerd, het ruimere gezins-, schools en sociaal-affectief leven bevraagd en ruim aandacht besteed aan de ontwikkelingsgeschiedenis van het kind. Daarnaast voorziet de therapeut in enkele individuele sessies met het kind/de jongere. Hierin wordt getracht om via vertrouwde expressiemogelijkheden zoals tekeningen, verhalen en vrij spel maar ook aan de hand van testdiagnostische instrumenten een zicht te krijgen op de binnenwereld van het kind.
Het aldus verkregen ‘ruwe materiaal’ wordt op hermeneutische wijze ge-ordend en van een samenhangende betekenis voorzien op basis van een grondige kennis van de ontwikkelingspsychologie en psychodynamische theorie. Vervolgens wordt nagedacht over de therapeutische behandelmogelijkheden en doelstellingen.